EU : 7 Europese aanbevelingen voor ons land

Inzake de schuldenlast wil de EU dat ons land dit jaar het begrotingstekort onder de 3% van het bruto binnenlands product houdt. In 2015 - en dat is later dat eerder geëist- moet er een evenwicht komen om vanaf het volgende jaar te beginnen met overschotten en dus de afbouw van de schuldenlast.

Ons land staat de volgende jaren voor groter wordende kosten voor de vergrijzing. De doorgevoerde hervorming van de pensioenen is een goede zaak, aldus de EU. Toch wil de Commissie dat de feitelijke pensioenleeftijd steeds verder wordt opgetrokken richting de wettelijke pensioenleeftijd van 65 jaar.

De systemen voor vervroegd pensioen moeten dus ingekrompen worden om het pensioenstelsel op termijn evenals een degelijke zorg voor ouderen op termijn betaalbaar te houden.

Ons land lijdt aan een zwakke internationale concurrentiekracht. In dat opzicht is de indertijd ingevoerde loonnorm -het beperkingen van loonsverhogingen tot het niveau van de buurlanden- onvoldoende gebleken, aldus de Commissie.

Die wil dat ons land de loonvorming verder zal hervormen, wat er toe moet leiden dat er minder automatische looncorrecties zijn tegenover onze belangrijkste handelspartners. Tegelijk zou de productiviteit in ons land moeten worden aangezwengeld.

Volgens de Commissie worden er in ons land nog te veel intermediaire goederen geproduceerd en op dat vlak heerst een bijtende concurrentie met Azië en Oost-Europa. Daarom moet er meer geïnvesteerd worden in onderzoek en moeten we meer naar een kenniseconomie evolueren. De ondernemingsdynamiek moet ook meer worden aangemoedigd.

Onze concurrentiekracht wordt ook ondermijnd door de kosten voor gas, elektriciteit, telecom en andere diensten die relatief hoger zijn dan in de meeste andere EU-lidstaten.Dat komt omdat er te weinig vrije concurrentie is op de markt, al is het quasi-monopolie van de belangrijkste energieleverancier afgekalfd en schakelen klanten gemakkelijker over naar andere leveranciers.

Tegelijk zijn er sterkere regulatoren nodig die de concurrentie moeten versterken en ook zijn de distributiekosten voor energie in ons land veel te hoog. Voorts pleit de EU er ook voor om regelgevende belemmeringen in spoorwegen, luchthavens, havens en wegvervoer weg te werken evenals bij de postdiensten. 

De werknemers in ons land gaan gebukt onder een zeer zware belasting op arbeid en die behoort bij de hoogste in Europa. Dat weegt uiteraard op de werkgelegenheid.

De Commissie stelt voor de belastingen meer te verschuiven van arbeid naar minder groeiverstorende terreinen en merkt daarbij op dat de milieubelastingen in ons land erg laag zijn. Ook moet het belastingstelsel vereenvoudigd worden en moeten lacunes in de bestaande belastingwetgeving worden gedicht.

Daarnaast moeten werklozen meer prikkels krijgen om werk te zoeken. Er moet tegelijk een strengere verplichting komen om werk te zoeken, maar ook een betere gepersonaliseerde bijstand. De Commissie merkt grote verschillen op inzake werkgelegenheid in de gewesten en in subgroepen en wil meer aandacht om migrantengroepen, oudere en erg jonge werknemers kansen te geven op werk.

Een laatste punt van aandacht vindt de Commissie de ingewikkelde structuur van ons land met vage afbakening van bevoegdheden tussen het federale, de regionale en andere bestuursniveaus. Er moet een meer duidelijke taakverdeling komen, vooral inzake de doelstellingen voor het broeikaseffect, vervoer en gebouwen. (EU/vrt)